Basishygiëne, daar begint infectiepreventie mee. Iedereen weet hoe belangrijk het is om je handen regelmatig en goed te wassen. Maar wat valt er eigenlijk nog meer onder basishygiëne? Weet je ook wanneer je handhygiëne moet toepassen? En wassen jij en je collega’s je handen goed genoeg?

Persoonlijke hygiëne

Ziekteverwekkers kunnen zich verspreiden door contact tussen de cliënten en zorgverleners. Een goede persoonlijke hygiëne helpt hierbij. Daarom is het belangrijk dat je:

• Geen hand- en/of polssieraden draagt;
• Hoest/nies met een afgewend gezicht in de elleboogplooi;
• Geen lange nagels hebt, en geen nagellak of kunstnagels draagt (hier blijven meer bacteriën op achter);
• Haar in een staart, opgestoken of kort draagt. Baarden en snorren moeten goed verzorgd en kort geknipt zijn;
• Korte mouwen draagt (tijdens contact met een cliënt);
• Wondjes of ontstoken piercings afdekt met een niet-vochtdoorlatende pleister.

Handhygiëne

Het is belangrijk om op de juiste momenten je handen te desinfecteren of te wassen. In principe desinfecteer je altijd je handen met handalcohol. Behalve als je handen zichtbaar vuil zijn, plakkerig zijn of na een toiletbezoek, was ze dan met water en zeep. In handalcohol zitten terugvettende bestanddelen die ervoor zorgen dat je huid soepel blijft. 

De 5 momenten van handhygiëne zijn:

1. Vóór contact met de cliënt.
2. Na contact met de cliënt.
3. Na contact met de omgeving van de cliënt.
4. Na contact met lichaamsvloeistoffen.
5. Vóór schone of steriele handelingen.

Nog niet overtuigd? Bekijk deze video’s

• Dit filmpje laat zien hoeveel bacteriën er op je handen en sieraden groeien.
• In de animatie handhygiëne wordt in simpele stappen uitgelegd wat het belang is van goede handhygiëne en hoe je handhygiëne juist uitvoert. Schone handen, veilige zorg! Bekijk het filmpje samen met je collega’s.