Reiniging en desinfectie
Ziekenhuiszorg
Verspreiding van micro-organismen gebeurt niet alleen via lichamelijk/fysiek contact, maar kan ook plaatsvinden via materialen, kleding en/of oppervlakken. Vandaag staat daarom in het teken van reiniging en desinfectie. Vaak gebeurt de reiniging en desinfectie door medewerkers in de schoonmaak, maar deze zijn niet altijd aanwezig. Daarom is het belangrijk dat medewerkers in de zorg weten wat ze moeten doen wanneer bijvoorbeeld een oppervlak bevuild is met bloed of andere lichaamsvloeistoffen.
Huishoudelijk reinigen
Huishoudelijk reinigen is heel belangrijk. Als iets niet goed schoon is, kan je het ook niet desinfecteren. Het desinfectans werkt niet goed op oppervlakken die niet goed schoon zijn. Hoe schoner het oppervlak, hoe beter het desinfectans werkt. Huishoudelijk reinigen is heel eenvoudig, bijvoorbeeld met een sopje en een schoonmaakdoekje. Of met behulp van een microvezeldoekje.
Desinfecteren
Desinfectie van materialen, apparaten en verpleegartikelen is alleen noodzakelijk als er zichtbaar bloed of andere lichaamsvochten op aanwezig zijn. Desinfectie is ook nodig wanneer een cliënt geïsoleerd verpleegd wordt (bijv. MRSA/BRMO). Anders kan met alleen reinigen worden volstaan. De volgorde is hier belangrijk, eerst reinigen of schoonmaken voordat je desinfecteert.
Verder is het belangrijk om medische hulpmiddelen structureel te reinigen (en te desinfecteren indien ze besmet zijn met bloed of andere lichaamsvloeistoffen). De medewerkers in de schoonmaak maken deze niet schoon. In de protocollen van het ziekenhuis staat precies aangegeven wat, wanneer en op welke manier gereinigd of gedesinfecteerd moet worden.